-
1 бездельничать
v1) gener. hangen rond, klungelen, koekeloeren, kwezelen, aan de boemel zijn, boemelen, dagdieven, de zevende dag zoeken, flierefluiten, lanterfanten, lediggaan, leeglopen, maroderen, niksen, zijn tijd verprutsen2) colloq. op marode gaan3) liter. kringetjes spugen -
2 проводить своё время впустую
vgener. zijn tijd verprutsenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > проводить своё время впустую
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский